Harderwijk, 17-8-2020.
Aanleiding: In 1999 ben ik afgestudeerd op een onderzoek naar de validiteit van Huntingtons theorie en toen ik Sheiks gedachten las, zag ik dezelfde aantrekkingskracht, dezelfde valkuilen en hetzelfde gevaar van redeneren terug.
Civilisatiestaten of botsing met beschaving(en)?
Haroon Sheikh schreef zaterdag 15 augustus in NRC over een ontwikkeling die hij meent te zien en die hij positief duidt. Niet natiestaten maar ‘civilisatiestaten’ zouden de wereldorde gaan domineren. Civilisatiestaten zijn ‘beschavingen’ zoals de Amerikaanse politicoloog Samuel Huntington die dertig jaar geleden al had bedacht. Sheikh ziet dezelfde ontwikkeling maar schetst Huntingtons theorie af als ‘gewelddadig en berucht’. In de kern komt het echter op hetzelfde neer.
Het redeneren vanuit meerdere gelijkwaardige beschavingen creëert echter een blinde vlek en zorgt voor een naïef beeld van de ontwikkelingen die nu gaande zijn in de internationale wereldorde. Handelen naar dit beeld leidt tot een dubbel gevaar, met name voor Nederland.
Een mooie verklaring
Huntington noemde zijn these de ‘clash of civilizations’. Zijn stelling is dat de wereldorde zal worden bepaald door een stuk of zeven grote beschavingen, vergelijkbaar met Sheikhs civilisatiestaten. Deze beschavingen zijn groepen staten die met elkaar verbonden zijn in een supercultuur, die Huntington beschaving noemt: ‘de grootste groep waarmee mensen zich verbonden kunnen voelen buiten de gehele mensheid om’. Wereldbeschouwingen zoals de wereldgodsdiensten (confucianisme, orthodoxie, islam) zijn volgens hem de basis van een beschaving.
Landen binnen een beschaving voelen zich cultureel zo sterk verbonden dat ze makkelijker samenwerken. En staten die tot verschillende beschavingen behoren zullen meer moeite hebben gezamenlijke waarden, normen en belangen te vinden als basis voor samenwerking. Huntingtons advies is dan ook dat staten binnen bepaalde beschavingen zich niet moeten bemoeien met de interne aangelegenheden van andere beschavingen. Daar komen ernstige conflicten van.
In de jaren negentig leek Huntington gelijk te krijgen door de actualiteit en ook Sheikh meent in de huidige gebeurtenissen de opkomst van zijn civilisatiestaten te zien. Kortom, mooie verklaringen. Helaas maken beide denkers dezelfde denkfouten die leiden tot een dubbel gevaar.
Kracht en valkuilen
De kracht en de zwakte van Huntingtons gedachte over beschavingen en Sheikhs civilisatiestaten zit ‘m in de eenvoud. Was het maar waar dat we de wereld in slechts zeven categoriëen hoeven in te delen en dan afspreken elkaar met rust te laten. De charme van deze gedachte is dat het complexer is dan simplistische binaire indelingen zoals ‘Noord-Zuid’, ‘Oost-West’, ‘West-rest’, et cetera. En tegelijkertijd is het niet zo ingewikkeld als na moeten denken over tweehonderd natiestaten, falende staten, wannabee staten, federaties, en ook nog internationale organisaties, NGO’s en MNC’s.
Helaas en gelukkig is de wereld toch wel veel complexer dan zeven categorieën en zijn de honderden entiteiten reëel en niet zo maar bij elkaar te vegen. Bovendien is er toch ook een eenvoudige dimensie die gemist kan worden en zelfs tot gevaarlijk redeneren leidt. Ik beperk me nu tot het dubbele gevaar dat voorkomt uit een blinde vlek. Daarvoor is het nodig te weten wat we met beschaving of civilisatie bedoelen.
Beschaving is geen meervoud
Spreken over ‘civilizations’ is een typerend Angelsaksisch en organisch idee waarbij de menselijke geschiedenis wordt voorgesteld alsof het een strijd is tussen bepaalde wereldrijken, zoals het oude Egypte (RIP), Romeinse Rijk (RIP) of Britse Rijk (RIP). Wereldrijken zijn in opkomst, beleven een bloeiperiode en sterven weer. In dit evolutionaire paradigma strijden ze onderling om te overleven. De slimste, sterkste en meest vitale wereldrijken zouden overleven. De charme is dat wereldgeschiedenis een mooi, makkelijk en spannend verhaal wordt met beschavingen als speelstukken op een schaakbord. Het leest in elk geval prettig.
In de Franse traditie wordt echter gesproken over beschaving in enkelvoud en staat de tegenstelling tussen beschaving en barbarij centraal. Dat is moralistisch en maar hoeft daarom niet onwaar te zijn. Kritische lezers en schrijven vragen zich af wie bepaalt wat barbaars en beschaafd is. Een terechte vraag maar belangrijker is wat we met elkaar kunnen verstaan onder beschaving. Waarom kunnen dat niet moderne verworvenheden zijn zoals de beginselen van een democratische rechtsstaat? Iets dat binnen veel moderne natiestaten is gerealiseerd. Iets dat we nu ook vaak onder het kopje ‘mensenrechten’ scharen.
Eerste gevaar
En dat brengt me tot het dubbele gevaar van de redenering dat er meerdere beschavingen zouden zijn die bestaan uit zogenaamd gelijkwaardige waardensystemen of ze nu minderheden onderdrukken of geleid worden door een corrupt bestuur. Veel autocraten willen maar al te graag dat we doen alsof de wereld uit totaal onvergelijkbare waardensystemen bestaat: Rusland als het derde Rome, moreel superieur aan het hypocriete Westen, of China als de ordelijke toekomst versus het chaotische Westen.
Maar deze presentatie van interpretaties gaat volledig voorbij aan mensenrechtenkwesties. Hoe kijken de Oeigoeren, Tibetanen of bewoners van Hong Kong naar de redenering om de Chinese ‘civilisatiestaat’ de scepter te laten zwaaien over haar zelfgekozen ‘beschaving’? En zullen Oekraïne en Georgië blij zijn met de gedachte onderdeel te zijn van de Russische ‘beschaving’? En de Wit-Russen? Mogen weldenkende en goedwillende mensen zich niet meer solidair verklaren met de onderdrukten in andere beschavingen omdat ze daar gewoon andere waarden hebben dan hier?
Als alles alleen maar een belangenstrijd is, spelen waarden en mensenrechten geen rol meer. Dan is nihilisme leidend. Is president Trump hierin een concreet voorbeeld? Alles mag als het maar korte termijn winnen betekent. En dat brengt me tot het tweede gevaar: het verliezen van de liberale wereldorde in de wereld.
Tweede gevaar
Het verliezen van de liberale wereldorde is het tweede gevaar van het redeneren als Huntington of Sheikh. Hoewel Huntington het pessimistischer brengt – realistisch zou hijzelf hebben gezegd – leiden de meer optimistisch verwoorde gedachten van Sheikh tot hetzelfde bedroevende resultaat: een einde aan de internationale rechtsorde, het einde van het ideaalbeeld van het Nederlandse buitenlandbeleid.
Een wereld die immers bestaat uit een paar ‘beschavingen’ is een wereld waarin de grote vissen de kleintjes opeten in hun eigen vijver. Internationaal recht, overlegvormen, de zogeheten ‘liberale wereldorde’ voorkomt of vertraagt dit. Een Internationaal Strafhof heeft bij redeneren vanuit beschavingen geen waarde en geen nut meer.
Het zijn juist de instituties en bijbehorende instellingen die leiden tot geïnstitutionaliseerde samenwerking en conflictbeheersing. En waarom steunen zoveel landen, organisaties en burgers dit? Juist omdat we streven naar één ‘beschaving’, naar een wereld waarin geen ruimte is voor barbarij of eigenrichting door vijf tot zeven grootmachten.
Laten we ons daarom extra verdiepen in de complexiteit van de internationale betrekkingen en verhoudingen in de wereld en erkennen dat de wereld veel complexer, maar moraliteit veel eenvoudiger is dan wat Huntington en Sheikh ons willen laten geloven.